LACCS: Een goed leven voor mensen met EVMB - Esdégé-Reigersdaal (2024)

Het LACCS-programma stelt een aantal zeer fundamentele vragen, zoals: Hoe goed is het leven van de cliënt eigenlijk? Hoe kun je hier een beeld van vormen? Wat kun je doen om de kwaliteit van leven van de cliënt te verbeteren?

Decennialang is er vanuit het, wat men noemt, ‘medische model’, gekeken naar mensen met een ernstig verstandelijke of meervoudige beperking (EVMB). Vanuit dit model werd onder ‘zorg’ vooral lichamelijke zorg verstaan. Intussen zijn er nieuwe inzichten ontstaan en heeft het ontwikkelingsdenken z’n intrede gedaan. LACCS is daarbij een bruikbaar hulpmiddel.

Vilans, Kenniscentrum voor langdurige zorg, focust ieder jaar op een zorggerelateerd thema. Dit jaar is het thema de zorg voor cliënten met een ernstig meervoudige beperking (EMB). Het project ‘EMB in het vizier’ faciliteert innovatie in de zorg middels zogenaamde ‘binnenringen’: groepjes enthousiaste mensen die zich vanuit uiteenlopende perspectieven bezighouden met de ontwikkeling van het EMB-vakgebied. Binnen het cluster Boterbloem erf (voorheen Berg-End) bevindt zich zo’n binnenring. Zij richten zich op de implementatie van LACCS binnen het cluster. In dit artikel komen enkelen van hen aan het woord over hun ervaringen omtrent de waarde van LACCS voor cliënten, verwanten en begeleiders.

Eva Bos – Gedragskundige

“De kracht van LACCS zit ‘m voor een groot deel in de eenvoud waarmee de essentie van een goed leven benaderd wordt. De fasen van sociaal-emotionele ontwikkeling (SEO) zijn binnen LACCS anders geformuleerd”, vertelt Eva. ”Er wordt gesproken van een sensatie-, klik- en begrijpfase, waarvan de laatste binnen de gehandicaptenzorg eigenlijk niet voorkomt. Deze termen en de manier waarop ze uitgelegd worden, helpen mij. Het goed begrijpen van het ontwikkelingsniveau van een cliënt is namelijk belangrijk. Het is de basis van de ondersteuning.”

“Ondertussen zijn we begonnen met de goed-leven-gesprekken. Dit gesprek wordt gevoerd met verwanten, begeleiders en een gedragskundige en vormt een belangrijk onderdeel van het LACCS-programma. We praten met elkaar over de cliënt aan de hand van de LACCS-gebieden. We kijken bijvoorbeeld of een cliënt op een bepaald gebied voldoende uitgedaagd wordt. Doordat de betrokkenen allemaal vanuit hun eigen perspectief meepraten, ontstaat een genuanceerd beeld van de cliënt. Verwanten ervaren hierdoor meer betrokkenheid. Tijdens het gesprek leveren zij een actievere bijdrage en helpen hiermee de zorg vorm te geven.”

Het werken met LACCS nodigt uit om op een andere manier naar cliënten te kijken. Eva: “Je kijkt heel scherp naar wat de cliënt nodig heeft. Dat betekent onder andere dat je nog beter kijkt naar de doelen die je stelt. Zo kom ik wel eens een doel tegen als: cliënt komt prettig terug uit dagbesteding. ‘Hoezo?’, denk ik dan. Dat is een doel vanuit de zorg en niet vanuit de cliënt. Een cliënt mag ook chagrijnig terugkomen van de dagbesteding. Je wilt doelen stellen waar de cliënt zelf iets aan heeft. LACCS kan daarbij helpen.”

Liesbeth van de Weide – Moeder

“Voorheen was je als ouder aanwezig bij de jaarlijkse bespreking van het ondersteuningsplan (OSP) van je kind. Het schrijven van zo’n plan was veel werk en werd vanuit het perspectief van één persoon gedaan. Tijdens het bespreken van het plan vond ik het wel eens moeilijk om een zinvolle bijdrage te leveren. Bij een goed-leven-gesprek lukt mij dat veel beter. Met elkaar bespreek je vijf onderwerpen (LACCS). Iedereen moet per onderwerp een cijfer geven van één tot tien. Vervolgens ga je in gesprek om te horen waarom iemand een bepaald cijfer gegeven heeft. Je legt dingen naast elkaar waardoor meningen bij elkaar komen en er waardevolle inzichten ontstaan.

De eerste keer dat ik een goed-leven-gesprek meemaakte, merkte ik meteen dat het goed werkte. De goed- leven-gesprekken en het werken met LACCS maken mij dan ook enthousiast. Ik voel mij veel meer betrokken bij de zorg voor mijn kind. Dat was heel vroeger wel eens anders. Als ouder hoefde ik dan eigenlijk niet mee te doen. Ondanks dat iedereen heel erg z’n best deed bleef een OSP dan vooral een plan. Het lukte niet om er echt handen en voeten aan te geven. Ooit stelde men vast dat mijn zoon, Marius, prikkelgevoelig was. Ondanks het OSP werd daar toch verschillend mee omgegaan. De een zette hem meteen op z’n kamer zodra hij een beetje lastig werd, de ander deed dat niet. Zelf wist ik eigenlijk ook niet precies wat ik ervan denken moest. Er werd mij ook niet om mijn mening gevraagd. Doordat dit nu wel gebeurt, heb ik voor het eerst weer het gevoel dat ik in de rol van moeder gezien wordt. Dat is heel belangrijk voor mij.”

“Ik voel mij veel meer betrokken
bij de zorg voor mijn kind”

“Nu er gewerkt wordt met LACCS, wordt er meer over de zorg gepraat en gedacht. LACCS werkt als een soort kapstok, een hulpmiddel. Men vraagt zich gezamenlijk af: hoe gaan we het doen? Daarbij wordt er gedacht in kleine, praktische stappen. Men kijkt naar wat men ziet bij de cliënt en welke mogelijkheden dit biedt. Daarnaast worden de medewerkers die ik gesproken heb, er zelf ook enthousiast en gemotiveerd van. Ze kunnen op een andere manier inhoud aan hun werk geven. Als ik hen dan bezig zie, denk ik: zo, dat ziet er goed uit!“

Fenna Hoogervorst – Cliëntbegeleider Kapberg

“LACCS maakt je bewuster van wat je voor cliënten kunt betekenen. Het verandert je blik. Je leert kleiner kijken en daardoor zie je ineens meer én andere mogelijkheden. Voorheen zetten we cliënten misschien net iets te snel voor de televisie. Uit een soort gewoonte of gemak. Af en toe hielp een cliënt wel eens mee met huishoudelijke klusjes, maar daar kijk ik nu anders naar, door een LACCS-bril. Ik gebruik dat soort activiteiten om meer te kunnen betekenen voor een cliënt.”

“LACCS maakt je bewuster van wat je voor cliënten kunt betekenen. Het verandert je blik. Je leert kleiner kijken en daardoor zie je ineens meer én andere mogelijkheden. Voorheen zetten we cliënten misschien net iets te snel voor de televisie. Uit een soort gewoonte of gemak. Af en toe hielp een cliënt wel eens mee met huishoudelijke klusjes, maar daar kijk ik nu anders naar, door een LACCS-bril. Ik gebruik dat soort activiteiten om meer te kunnen betekenen voor een cliënt.”

“Vaak worden mensen met EMB gezien als een ‘verzorg-doelgroep’. Dat is al heel lang zo. Mede door LACCS is dat steeds meer aan het veranderen en zijn we cliënten meer aan het begeleiden. We proberen nieuwe dingen uit en proberen cliënten een actieve rol te geven bij dagelijkse dingen. De vaatwasser uitruimen is zo’n moment. Wat gebeurt er als ik een cliënt een bord geef, of met een lepel op het blad van zijn rolstoel tik? Op een of andere manier ben ik creatiever geworden in mijn werk. Ik zie meer en dat maakt mijn werk leuker. Laatst heb ik bij een cliënt een speeltje onder het doorzichtige blad van haar rolstoel geplakt. Je zag haar denken: hoe zit dit nou? Waarom kan ik het niet pakken? Uiteindelijk lukte het! Het is maar een voorbeeld. Een manier om een cliënt te prikkelen, uit te dagen, alerter te maken. Tegelijk ben je bezig met contact en communicatie.”

“Door anders te kijken, kun je voor
cliënten dingen écht beter maken”

“Door anders te kijken, kun je voor cliënten dingen écht beter maken. Zo zat een van onze cliënten niet goed in haar vel. Ze had last van spanningen en uitte dit met schreeuwen, knijpen en automutileren. De oorzaak was voor ons moeilijk te ontdekken. Tijdens haar dagbesteding kreeg ze veel prikkels en waren de activiteiten voornamelijk gericht op cliënten van wat hoger niveau. Zij haakte hierbij aan door ´mee te beleven´. Hoewel dit jaren goed gegaan was, leek het nu minder goed bij haar aan te sluiten. We zijn op zoek gegaan naar een andere dagbesteding. We vonden een vorm die beter aansloot op haar sociaal emotionele ontwikkelingsniveau. Minder prikkels en tegelijk actiever meedoen aan activiteiten. Hoewel je het natuurlijk niet zeker weet, leek dit beter te werken. Ze werd blijer en nu zien we bijna geen spanning meer. Ze is meer contact gaan maken waardoor we haar beter zijn gaan begrijpen en dus makkelijker met haar communiceren. Daardoor ontdekten we dat ze spanning opbouwt wanneer er regen of hagel tegen het raam tikt. Vroeger hadden we meer medisch gekeken. Lichamelijk ongemak? Pijn? Eten? Drinken? Een paracetamol misschien? Door een LACCS-bril op te zetten konden we haar beter ondersteunen. Dat geeft mij een goed gevoel.”

Bart Kwaaitaal – Clustermanager Boterbloem erf

“Het denken en werken met LACCS biedt een herkenbaar en eenduidig kader om het met elkaar te hebben over het leven in het algemeen. Het biedt handvatten, zowel voor ons eigen leven als specifiek voor mensen met EMB. Juist bij deze groep moet je het denken over welzijn overnemen. LACCS is een hulpmiddel dat niet ingewikkeld is en voorziet in een gemeenschappelijke taal. Daardoor is het toegankelijk en zeer bruikbaar.”

“Als zorgverlener zou je jezelf elke dag moeten afvragen: Wat heb ik vandaag gedaan met mijn verantwoordelijkheid voor het goede leven van de cliënt? Doe je dat niet dan kun je je onbewust gaan richten op dingen die aan de buitenkant zichtbaar zijn. Is iemand gewassen? Heeft iemand gegeten? Wordt iemand op tijd opgehaald? Uiteindelijk is een cliënt dan ‘klaar’. Doordat mensen met EMB hun eigen welzijn niet kunnen vormgeven, hebben zij daar altijd anderen voor nodig. LACCS helpt en motiveert je te reflecteren op het welzijn van de cliënt in relatie tot je eigen gedrag.”

“Toen ik nieuw binnen dit cluster kwam, ben ik eerst gaan kijken. Wat leeft hier? Wat is de ambitie van mensen? Hoe doen ze hun werk? Ik zag heel veel kennis, kunde en professionaliteit, maar het was nog niet gemeenschappelijk. Ik vind onderlinge afstemming van wezenlijk belang. Zeker wanneer je met een kwetsbare doelgroep werkt. Toen ik in aanraking kwam met LACCS wist ik meteen: dit is wat ik zoek. LACCS helpt zorg richting te geven. Het biedt een manier van werken en denken waarbinnen we elkaar kunnen bevragen en elkaar kunnen herkennen. Een kader waarbinnen je een professional kunt zijn.”

“Enthousiasme over LACCS is onmisbaar. Natuurlijk, je hebt ook tijd nodig en bijscholing, maar de basis is de overtuiging van verwanten en medewerkers dat de zorg er beter door wordt. Het geloof dat het je werk verrijkt, het gevoel dat LACCS gaat helpen bij een beter leven voor hele kwetsbare mensen.”

Jet Sleegers – Senior cliëntbegeleider De Steg

“Het is belangrijk om te begrijpen dat LACCS geen methode is. Het is een programma. Binnen LACCS kun je aan de slag met andere methoden. Denk bijvoorbeeld aan Heijkoop of Bimmen. LACCS helpt je om kritisch te kijken naar wat je ziet bij een cliënt. Dat was in de training best wel confronterend. Ik gaf een cliënt, op het gebied van communicatie, een zeven. Daar werd vervolgens flink op doorgevraagd. Duidelijk werd dat een zeven misschien wel te positief was.”

“We zijn een aantal jaren geleden op een andere manier gaan denken over de zorg voor cliënten. Het idee dat het daarbij alleen maar om de ‘L’ (Lichamelijk welzijn) gaat, hebben we toen al losgelaten. Doordat destijds de intentie van zorg al veranderde, is LACCS heel herkenbaar. Het programma geeft een naam aan waar we al mee bezig waren. Tegelijk helpt het ons verder door dingen concreet te maken. Daardoor kun je er tijdens je werk gerichter mee aan de slag en kun je zorg beter met elkaar bespreken. Ik heb soms het gevoel dat ik de cliënten ‘opnieuw’ leer kennen.”

“Uiteindelijk is het belangrijk om gewoon aan de slag te gaan met LACCS. Gewoon doen. Dingen ontdekken. Een voorbeeld hiervan is dat we foto’s zijn gaan maken van, voor cliënten, mooie momenten. Hierdoor kijk je bewuster naar de dingen die je samen met een cliënt meemaakt. Je moet je verplaatsen in de cliënt en je bewust zijn van hoe hij of zij de dingen beleeft. Deze foto’s plakken we op een bord in de slaapkamer van de cliënt. Op deze manier maken we op een eenvoudige manier een begin met LACCS.”

“LACCS gaat natuurlijk niet, en dat is belangrijk, alleen maar over cliënten. Het gaat ook over jezelf. Het stelt je de vraag of je er echt voor de cliënt wilt zijn. Echt de verbinding aan wil gaan. Voor mij betekent dit dat mijn werk meer betekenis krijgt en ik er meer voldoening uit haal.”

LACCS in het kort

LACCS is een programma dat ontwikkeld is door Karin de Geeter en Kirsten Munsterman. Het programma draait om de vraag hoe je een bijdrage kunt leveren aan een goed leven voor mensen met EVMB. De letters LACCS staan voor vijf aandachtsgebieden: Lichamelijk welzijn, Alertheid, Contact, Communicatie en Stimulerende tijdsbesteding.

LACCS past binnen het ontwikkelingsdenken dat ervan uitgaat dat ieder mens zich kan ontwikkelen. Dit geldt ook voor mensen met een beperking. LACCS werkt vanuit ontwikkelingsfasen die enigszins afwijken van de doorgaans gebruikte fasen van Anton Došen. Binnen LACCS wordt er gekeken hoe een cliënt de omgeving waarneemt en hierop reageert.

LACCS onderscheidt drie ontwikkelingsfasen:
• Sensatiefase: fase van zintuigelijke waarneming. Voelen, horen, proeven, zien, ruiken, zonder hier verwachtingen aan te kunnen koppelen. De cliënt beleeft het moment.
• Klikfase: fase waarin het verband tussen gebeurtenissen begrepen kan worden. De cliënt ‘klikt’ als het ware gebeurtenissen aan elkaar. Als dit … dan dat. Routines kunnen herkend worden.
• Begrijpfase: fase waarin de cliënt niet alleen weet dat dingen op een bepaalde manier gaan (routines), maar ook weet waarom dingen zo gaan. ‘Inzicht’ en ‘begrijpen’ zijn woorden die bij deze fase horen. De cliënt kan zijn gedrag bewust afstemmen op een situatie en hierin rekening houden met anderen of omstandigheden.

Met de ontwikkelingsfase van de cliënt als basis, wordt vervolgens gekeken naar de vijf LACCS-gebieden. Tijdens een goed-leven-gesprek praten betrokkenen (verwanten, begeleiders en gedragskundigen), over de cliënt. De LACCS-gebieden worden middels een aantal vragen in kaart gebracht waardoor een compleet beeld van de cliënt en zijn of haar leven ontstaat. Aan de hand van dit beeld wordt bepaald wat men kan doen om het leven van de cliënt te verbeteren.

LACCS: Een goed leven voor mensen met EVMB - Esdégé-Reigersdaal (2024)
Top Articles
Latest Posts
Article information

Author: Trent Wehner

Last Updated:

Views: 6334

Rating: 4.6 / 5 (56 voted)

Reviews: 95% of readers found this page helpful

Author information

Name: Trent Wehner

Birthday: 1993-03-14

Address: 872 Kevin Squares, New Codyville, AK 01785-0416

Phone: +18698800304764

Job: Senior Farming Developer

Hobby: Paintball, Calligraphy, Hunting, Flying disc, Lapidary, Rafting, Inline skating

Introduction: My name is Trent Wehner, I am a talented, brainy, zealous, light, funny, gleaming, attractive person who loves writing and wants to share my knowledge and understanding with you.